Inkomen bij arbeidsongeschiktheid
Bent u een werknemer in loondienst en wordt u ziek? Dan verandert er financieel het een en ander voor u, zeker als het langer duurt dan twee jaar. Over de eerste 104 weken is uw werkgever wettelijk verplicht om 170 procent van uw jaarloon door te betalen. Vaak ontvangt u in de eerste 52 weken (het eerste jaar dus) 100 procent van uw jaarloon en tussen week 53 en 104 (het tweede jaar) 70 procent van uw jaarloon. Daarna treden regelingen voor arbeidsongeschiktheid in werking.
De eerste 2 jaar van uw ziekte zijn dus wettelijk prima geregeld. Na 2 jaar gaat u er echter vaak flink op achteruit als het mis is met uw gezondheid. Hoeveel u erop achteruit gaat, leggen we u hieronder kort uit.
Uitkering bij ziekte in de eerste 104 weken
De eerste 104 weken (twee jaar) ontvangt u dus grotendeels (170 procent) uw salaris via uw werkgever. Bent u als werknemer gedurende 104 weken zonder onderbreking ziek geweest, dan verandert dit. U heeft daarna mogelijk wel recht op een WIA- uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
Uitkering bij ziekte na de 104 weken
Het UWV (Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen) beoordeelt aan het einde van de periode van twee jaar ziekte de mate van arbeidsongeschiktheid. Het UWV stelt daarvoor het loonverlies vast. Dit is het percentage loon dat u minder kunt verdienen dan voorheen.
Uw arbeidsongeschiktheidspercentage is bepaald op minder dan 35 procent:
- Kunt u minstens 35 procent minder verdienen dan uw oude loon, dan bent u arbeidsongeschikt. Bij minder dan 35 procent arbeidsongeschikt, heeft u derhalve geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. U dient dan met uw werkgever bekijken welke mogelijkheden er nog voor u in of buiten het bedrijf zijn.
- De IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten). Deze geldt bij een loonverlies van tenminste 80 procent. Deze uitkering is bedoeld voor volledig arbeidsongeschikten, zonder kans op herstel.
- De WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten). Deze geldt bij een loonverlies van 35 tot 80 procent of bij tijdelijke volledige arbeidsongeschiktheid.
IVA-uitkering
Bij een IVA-uitkering krijgt u 75 procent van het laatstverdiende loon met een maximum salaris van ongeveer 55.000 euro bruto. De eis is wel dat het gaat om een duurzame situatie. Dit wordt vastgesteld door een arts van het UWV en een arbeidsdeskundige. De uitkering vervalt als u uw AOW-leeftijd bereikt.
WGA-uitkering
De WGA-uitkering is de eerste twee maanden 75 procent van het WIA-maandloon. Het WIA-maandloon is het loon dat iemand gemiddeld verdiende per maand voordat hij ziek werd. Daarna is de uitkering 70 procent, met een maximum dagloon van ongeveer 210 euro. Over het meerdere dat u verdiende in het jaar voordat u ziek werd, ontvangt u geen uitkering. Deze loongerelateerde uitkering duurt tussen de 3 en 38 maanden. De periode is afhankelijk van uw arbeidsverleden. Als u nog wel werkt, wordt uw loon van het WIA-maandloon afgetrokken. De loongerelateerde uitkering is 70 procent van (oud loon – verdiend loon).
Als u geen recht meer heeft op de loongerelateerde uitkering, heeft u recht op één van de volgende uitkeringen:
- Een WGA-loonaanvullingsuitkering
- Een WGA-vervolguitkering
Hierover leest u meer op de website van het UWV.
Extra zekerheid?
Heeft uw baas geen of onvoldoende aanvulling op uw inkomen voor u geregeld als u arbeidsongeschikt raakt? Bij ABC vermogensplanning informeren we u graag over de mogelijkheden van (bijvoorbeeld) een WIA Excedentverzekering die al een uitkering kennen vanaf 25% arbeidsongeschiktheid.
Onze collegae bij ABC verzekeringen informeren we u daarna graag verder. Zij leggen u ook graag uit waarom en hoe de premie van deze verzekering fiscaal aftrekbaar is.